Aan de glooiende bedding
Der beek zachtstromend doch ongeremd
Der beek zachtstromend doch ongeremd
Verneem ik het edelgroene land, het leven
Dierengeluiden gaan, tot de grens des werelds
Langs het verbeten volhouden
Der zeldzame molenwieken
Het schijnen de Elysische Velden te zijn
Uitgestrekt tot het water hier, de grashalmen
Met alles wat erin leeft
Waterjuffers, een gracieuze bijendans
Schildert kringen in de ijle lucht
Waarin een ooievaar weemoedig dalend gaat
Het lot verscholen in het zwijgzaam
Achtervolgen van de zon
En in gedachten wijs ik de dingen aan
Die zullen ophouden
En doorgaan:
Ergens in de verte wordt een kudde
Wegdovend over een brug geleid
Geen opmerkingen:
Een reactie posten