Het is nogal een kruispunt
waar men over moet
zich te haasten naar de overkant
is het vluchten voor de vloed
die ons allen achterna jaagt
een dreiging, wijdverbreid
eens de toorn der goden
nu de tand des tijds
langs de driekleur van controle
leidt zij ons tussen geraas
wat komt van alle kanten
het lijkt nog slechts een waas
II
Nergens de felle kleuren
Nergens de felle kleuren
van een geeloranje jas
die, omwille van de ander,
de klaar-over was
nergens stille rijen
van auto's zonder gas
de hoed niet van het hoofd af
voor wie het ook maar was
overal de schimmen, dolen
voor wie het ook maar was
overal de schimmen, dolen
jammerlijk in het rond
bewoner van de metropolen
die zijn Waterloo reeds vond
III
De meerderheid op asfalt
De meerderheid op asfalt
ligt te branden in de zon
de ogen langzaam drogend
en dof als bruin karton
en hij die altijd zeker was
dat hij een plaatsje had
loopt te pronken in het zonlicht
te paraderen op het zebrapad
IV
Maar ook al haalt men dan de overkant
(lang beschouwd als heilig)
nu verplettert plots onzekerheid:
is het hier wel veilig?
Chapeau!
BeantwoordenVerwijderenHeerlijk hoe je na het meermaals lezen van 1 gedicht steeds meer ontdekt, tot je op een gegeven moment alles een plaats geeft. Ik sluit mij hier aan bij Hallgard!
BeantwoordenVerwijderendaarom hebben we in Nijmegen alleen rotondes:)
BeantwoordenVerwijderen