woensdag 18 mei 2011

#7

Hij trok een buitenaardse sprint, een adembenemend staaltje van pure snelheid, een regelrechte uitdaging van de wrijvingskracht. Terwijl hij op de toppen van zijn kunnen haast gewichtsloos over tegels, langs plantsoenen en tussen mensen door zweefde, slikte hij ook nog het laatste hapje van zijn bruine boterham door, althans, dat probeerde hij. Plots stond Lex namelijk voorovergebogen, hij werd roder en roder. Gorgelende geluiden bereikten toevallige voorbijgangers en deden de moeders onder hen lichtjes panikeren. De boosdoener, één wit hagelslagje, wist Lex na heroïsche inspanningen uit zijn keel te krijgen en nu hield hij het in zijn handpalm. ‘Jij bent zoals ik, ook jij wilt onder geen beding opgegeten worden. Ik noem je Jan Hagel en je mag mee naar Zürich.’ In al zijn kosmischheid liep Lex echter inmiddels een goede 34 meter vóór Lena.

<#6                                                                   #8 >

Geen opmerkingen:

Een reactie posten