vrijdag 13 mei 2011

Het Verdronken Land van Saeftinghe

Bronzen klokgelui weerklinkt bonzend
Over de ondergelopen vlakte
De kerktoren steekt als een aartsengel uit
Een gefaalde bewaker van de archipel
Boven alles

Hier en daar een eilandje
Van dakpannen, of stro
Verlaten door alles wat leeft
Gevuld met het meedogenloze element

Slechts één man heeft zich weten te redden
Gestrand op het dak van de kerk
Blijft de klokkenluider zijn werk doen
Zolang hij dat nog kan

Een stormvloed heeft de moed verdronken
Het schip der kerk is reeds gezonken
Maar de klokkenluider blijft zijn werk doen
Zolang hij dat nog kan

De arme man ziet uitgeput
De Ark van Noach staat in brand
Verraden, verloochend
In lichterlaaie gezet door hen die niet meekonden
Die zwemmend, spartelend ten onder gingen

Hij is hier gebleven
De dappere drenkeling
Hij hoort hier
En hij begrijpt de situatie

Alle brandstof is verdwenen
Warmte is meer dan schaars
Maar de klokkenluider blijft zijn werk doen
Eeuwenlang
Zolang hij dat nog stervend kan

Bronzen klokgelui weerklinkt bonzend
Ook nu nog
Onheilspellend

1 opmerking: