woensdag 22 december 2010

De Klaagzang der Misnoegde Vazallen

O trouwe troubadour
Bespeel eens reeds uw lier
En bezing toch onze smarten
In ’t huidig drankvertier:

Onze wangen zijn gevuld
Van wijnen, al te rijk
Maar de buiken des te leeg
In ’t gehele koninkrijk

Want alles wat wij oogsten
Wordt opgeëist, al jaren
Is ‘t niet door ongedierte
Dan wel door kroondienaren

Broden, vruchten, alle spijs
Ons in ’s wapens naam ontnomen
Er rest niets dan af te wachten
Tot de grauwe hongerdood kome

Maar wij drinken ons vastberaden
Door alle melancholie heen
Al zijn wij nog zo mager
Al zijn wij vel over been

Want slechts de druiven en de gerst
Blijven ons bespaard
En dat is, u begrijpt,
Ons allen meer dan waard

Feestvreugde en losbandigheid
Geen middel is te bont
Om de honger te doen verdwijnen
Uit ons aller mond

Laat het kasteel toch genieten
Het ondankbare royale grut
Wij zingen, drinken, dansen nog
Onderin de Helleput

1 opmerking: