Aan de voet van de kathedraal
Zat hij gezeten op de treden
IJskoud steen deed hem rillen
Terwijl hij daar zat
Eenzaam in de kraakheldere nacht
Zat hij gezeten op de treden
IJskoud steen deed hem rillen
Terwijl hij daar zat
Eenzaam in de kraakheldere nacht
De wereld schoot aan hem voorbij
Het plein was zo goed als leeg
Slecht enkele koplampen
Verlichtten het nachtelijk tafereel
Maar stierven weg, pleinvrees
De bocht om en met hen de zwerver
Hij was nu echt alleen
De koude rukte op
Met de stilte, o zo hard
Hetgeen overweldigend was
Maar het scheen hem niet meer te deren
Zijn hart was gebroken, in ontelbare splinters
Geenszins meer te repareren
Met de stilte, o zo hard
Hetgeen overweldigend was
Maar het scheen hem niet meer te deren
Zijn hart was gebroken, in ontelbare splinters
Geenszins meer te repareren
De winternacht overviel hem
Kilte maakt hem meester
Zijn lichaam koud en verstard
Bleef liggen op de treden
Het was goed zo, al veel te lang
Tevergeefs zijn minnares aanbeden
Kilte maakt hem meester
Zijn lichaam koud en verstard
Bleef liggen op de treden
Het was goed zo, al veel te lang
Tevergeefs zijn minnares aanbeden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten