Dood licht vindt haar weg uit de koelkast
De kou ruist, bromt als een ziek roofdier
Klaar om vlees en vet weer uit te kotsen
Ongeschoren en verloren op de bank
Een onstilbare honger naar gemak vreet aan hem
Rommelig licht komt schokkend uit de beeldbuis
Valt priemend op Zijn uitgedroogde netvlies
Prikt en prikkelt zijn versteende brein
Apathie
Het wit van het huis is met Haar verdwenen:
De huiden van de kamer, Zijn huid
Ze zijn vergeten en vergeeld
Zijn habitat en Hij
Ze zijn vergroeid tot een cel
Eenzaam en gesloten
Helder licht
Schoon licht
Het komt er nooit meer in
Geen opmerkingen:
Een reactie posten